Wonen in landelijk Alberta: het is altijd een avontuur. En het feit dat we sommige zaken reeds als normaal beschouwen toont aan dat we op sommige vlakken toch al wat vercanadeesd zijn.
Een overzicht:
Oh Canada (Post)
In Belgie zit de brievenbus in je deur, of in het slechtste geval op een paar meter van de voordeur. In landelijk Alberta staat de brievenbus zo een 7 kilometer verder. Onze brievenbus staat op een verlaten gravelbaantje (ziet een beeld voor zich van een voorbijdwarrelend papiertje met een desolaat achtergrondgeluid) en totaal uit de richting van onze dagelijkse commute. De brievenbus is basically een grote groene bak, waar iedereen een vakje heeft dat met een slot wordt afgesloten. Eens per week rijden we dus met ons sleuteltje naar daar. Pakjes worden opgehaald in het postkantoor of bij uitzondering in het tankstation. Afhaalpunten kennen ze hier nog niet. Als je iets online besteld is het ook altijd een guessing game over welk adres je nu moet opgeven: ons physical address (voor als het pakje via UPS komt) of ons mailing address (voor als het met Canada Post komt)? Wat er meestal op uitdraait dat je een hele tijd over en weer moet mailen met het bedrijf om uit te vissen waar je pakje nu eigenlijk is. WANT als het via courier komt zijn ze:
- of te lui om binnen te rijden;
- of bang van de hond;
- of buitengesloten omdat de poort toe is.
Een briefje ophangen kunnen ze meestal ook niet en dan moet je heen en weer mailen om er uiteindelijk achter te komen dat je pakje op het depot in Edmonton ligt, zo een 50 km verder… De geneugten van de boerenbuiten!
Gravel roads (take me home)
Ons huis ligt aan een gravelweg en dat is toch altijd een avontuur. Vorige week bijvoorbeeld werd het stuk weg voor onze buur nog ‘geolied’. Dit zorgt ervoor dat de weg minder stuift in de zomer. Een paar keer per jaar komt tevens de grader langs die alle putten dicht en indien nodig nieuwe gravel strooit. Ondertussen hebben we ook al geleerd wat de beste manier is om gravelwegen te navigeren: namelijk al slalommend langs de putten.
Afgezien van de putten is de weg doorgaans goed berijdbaar: een snelheidslimiet is er niet, maar doorgaans kan je er wel over rijden aan 80-90 km per uur. Enkel wanneer het geregend heeft (gladheid) en er nieuwe gravel gestrooid is (knikkeralarm) is het oppassen geblazen. Al die gravelwegen hebben er heleaas ook voor gezorgd dat de voorruit van onze beide wagens ontsierd wordt door een barst die doorloopt van de ene naar de andere kant van de ruit. Carglass, iemand?
Oost, west
…thuis best. Maar daar gaat deze paragraaf niet over. Waar ik het wel over wil hebben is navigeren in Canada. Navigeren in Canada is appeltje, eitje. Gewoon even op de kaart kijken en in de richting rijden van je bestemming. Wil je naar de bergen, geen problem, gewoon richting het westen beginnen rijden. Naar de badlands, op naar het zuiden! En het beste van al: de achteruitkijkspiegel heeft zelfs een ingebouwd kompas dat aangeeft in welke richting je aan het rijden bent. Hoe geweldig is dat!